Deze heb je nodig voor het toiletspel
Aantal spelers: 3 tot onbeperkt
Wat heb je nodig: pak kaarten
- Er wordt een speler gekozen die de kaarten één voor één op tafel legt. De kaarten hebben de volgende betekenis:
- 7 = Het schip komt de haven binnen en ik neem mee: voetballer (of vergelijkbaar) (dan moeten voetballers achter elkaar op de lijst staan de eerste die niets meer weet moet een glaasje nemen
- 8 = alleen de spelers die een 8 hebben mogen op het toilet. De anderen niet, hoe dringend het ook moet. Je kunt de kaart ook verkopen voor wat de speler dan moet doen.
- 9 = getallenspel bv. bij elke 3 moet je oing zeggen (dus alles wat deelbaar is door 3 of een 3 bevat) 1..2..oing 4..5..oing wie een fout maakt moet een glas exen
- 10 = Iedereen begint achtereenvolgens aan zijn flesje bier, pas als de eerste stopt met drinken kan de tweede stoppen en pas als de tweede de derde kan stoppen, etc.... zij die stikken of te vroeg stoppen moet een glas uitademen.
- Boer = de speler met de boer kan kiezen wat iedereen moet doen voor de volgende kaart. Loop bijvoorbeeld eens rond de tafel of zo. Elke speler moet dit doen voordat de volgende kaart wordt onthuld totdat een nieuwe boer wordt onthuld. (Je kunt jezelf ook buitensluiten, maar dat is saai.)
- Dammen = Alle spelers moeten zo snel mogelijk hun duimen op tafel leggen, de langzaamste speler moet een glas tikken
- Koning = jij mag kiezen wie er een glaasje exen nodig heeft
- Aas = De speler die de eerste aas heeft, moet een drankje mixen, de tweede moet een slokje nemen, de derde moet een lange slok nemen en de laatste speler die een aas heeft, moet er dan een slokje van nemen